Gevaren van de Noordzee

De zee is altijd gevaarlijk. Ga niet te diep zee in als je niet gewend bent om te zwemmen.

Pas op voor muien

Drie rijen zandbanken. Dit is een natuurlijke bescherming van de kust. Loodrecht op de kust liggen openingen tussen zandbanken, dit noemen we muien. Doordat het water gemakkelijker door deze openingen kan stromen dan over de zandbanken, kan in een mui een zeer gevaarlijke en sterke stroming ontstaan.

Vooral als het laagwater wordt kunnen de muien heel gevaarlijk worden. Het water uit de zwinnen, dat zijn de diepere gedeeltes tussen de banken die evenwijdig aan het strand liggen, zal door de muien wegstromen. Hierdoor ontstaat er een sterke stroming zee in. Het is vaak onmogelijk en heel erg vermoeiend om tegen deze stroming in te zwemmen. Wie in een gevaarlijk mui stroom terecht komt kan zich het best door de stroom mee laten nemen. Dieper in zee wordt de stroming minder sterk. Door dan schuin naar de kant te zwemmen kan je weer veilig op het strand komen. Na springvloed zijn de mui stromen het gevaarlijkst!

Ook hoge golven kunnen muien veroorzaken. De hoge golven slaan over de banken heen en hierdoor komt er te veel water in de zwin. Het te veel aan water zal door de muien naar zee terugstromen. Er ontstaat dan een sterke stroming zee in. Het belangrijkste om te onthouden is: raak niet in paniek!



Zwinnen

Zwinnen zijn bij veel mensen minder bekend dan muien. Zwinnen lijken op muien maar dan met het verschil dat deze parallel aan de kust liggen en muien haaks op de kust staan. Wanneer het water terugtrekt loopt het water uit de zwinnen via de muien terug naar zee. Dus ook zwinnen kunnen gevaarlijk zijn omdat ze je naar muien leiden.
Het kan dus goed zijn dat je door de stroming meegetrokken wordt, maar dat je daarbij ook stukken parallel aan de kust drijft en even later weer recht de zee in gaat.

Aflandige wind en de bovenstroom

Wanneer de wind vanaf het land de zee in blaast, spreek je van een ‘aflandige wind’. Het gevaar van een aflandige wind zit hem in de bovenstroom van het zeewater. Kijk naar bijvoorbeeld eens naar een meer wanneer het hard waait. Je ziet dan golven op het meer ontstaan die met de wind meegaan. Hetzelfde gebeurd op zee. Wanneer er sprake is van een aflandige wind dan trekt de wind het water aan de oppervlakte mee richting zee. Hoe harder het waait, hoe harder ook het water door de wind wordt meegetrokken. De stroom die ontstaat aan de oppervlakte heet de bovenstroom. Het gevaarlijke aan een aflandige wind is dan ook dat je door de bovenstroom meegetrokken wordt richting zee, zeker wanneer je op een luchtbed of ander drijvend voorwerp ligt. Een sterke bovenstroom in de Noordzee is zeker gevaarlijk. Dit komt dan nog eens extra bovenop het gevaar van de muien, zwinnen, Zoper en onderstroom.

Wanneer je door de bovenstroom wordt meegetrokken richting zee, geldt weer hetzelfde als hierboven ook al is aangegeven. Wanneer je merkt dat de bovenstroom te sterk is om er tegenin te zwemmen, dan is het het veiligste om je mee te laten nemen dieper de zee in. Tegen een te sterke bovenstroom in zwemmen zorgt dat je uitgeput raakt waardoor je verder in de problemen komt. Laat je dus meevoeren naar zee en probeer de aandacht te trekken van mensen. Raak niet in paniek. Ook kan je om je heen kijken om te proberen een zandbank te ontdekken waar je heen kan zwemmen. Verderop in dit artikel lees je hoe je ondiep water in zee herkent aan de golven.

Aanlandige wind en onderstroom

Een aflandige wind is dus gevaarlijk maar een aanlandige wind, waarbij de wind dus uit zee naar de kust waait, is zeker niet minder gevaarlijk. Een flinke aanlandige wind zorgt voor een sterke onderstroom. Wat is er dan zo gevaarlijk aan de Noordzee bij een aanlandige wind?

Bij een aanlandige wind wordt het Noordzee water aan de oppervlakte door de wind meegetrokken richting de kust. Je zou zeggen dat dit de Noordzee niet gevaarlijk maakt omdat de bovenstroom richting de kust gaat, en je dus naar het strand voert. Het klopt dat de bovenstroom richting de kust gaat, maar al dat extra water wat hard naar de kust geblazen wordt in de bovenstroom moet ook weer terug de zee in. Al dat water gaat via de bodem weer terug de zee in. Dit betekent dus dat het Noordzeewater aan de oppervlakte naar de kust stroomt, en dat het water daaronder van de kust afstroomt. Omdat er extra veel water naar het strand wordt gevoerd wat ook weer terug de zee in moet, krijg je een sterke onderstroom van de kust af.

Het gevaar van een onderstroom is er voornamelijk voor kinderen en ouderen, maar iedereen kan erdoor in de problemen raken. Het zeewater trekt je in de bovenstroom naar de kust, terwijl tegelijkertijd de onderstroom aan je onderlichaam trekt richting zee. Zeker in de branding kan je zo heel makkelijk omver worden getrokken en kopje onder gaan.
Het is dan ook niet verstandig om bij een flinke aanlandige wind dieper de Noordzee in te gaan dan je knieën.

Zoper [schuine wind vanuit zee]

Natuurlijk waait de wind niet altijd recht de zee in of recht naar de kust. De wind komt vaak ook vanuit zee schuin richting de kust. Zogenaamde Zopers kunnen de Noordzee ook echt gevaarlijk maken. Bij een Zoper stroomt het water evenwijdig aan de kustlijn. Tegen de stroom in zwemmen is dan meestal heel zwaar of onmogelijk. Dit kan het effect van de gevaarlijke stroming van de muien en zwinnen zoals hierboven beschreven ook weer versterken. Wanneer je in een Zoper terecht komt dan geldt ook weer, laat jezelf meenemen door de zee tot de stroming afneemt. Probeer daarvandaan schuin naar de kust terug te zwemmen. Raak niet in paniek. Wanneer je niet terug komt naar de kust probeer dan op een stuk waar de stroming minder sterk is de aandacht te trekken van mensen, of ga op zoek naar een ondiep stuk in zee (zandbank).

Luchtbedden

Luchtbedden, banden en ander drijvend materiaal is natuurlijk heerlijk om te gebruiken in zee, maar het brengt ook een extra gevaar met zich mee. Je drijft makkelijk af, zeker wanneer er een aflandige wind is. Het is hard werken om op eigen kracht weer terug te komen naar de kust. De kans bestaat ook dat je door de reddingsbrigade terug naar het strand moet worden gebracht.
Wat doe je als je ziet dat iemand in gevaar is in de Noordzee

Stel dat je lekker op het strand zit of je loopt te wandelen en je ziet dat iemand in de Noordzee ligt die in gevaar is. Wacht dan niet af om even rustig te kijken of die persoon naar een kennis of vriend zwaait op het strand. Is iemand echt in gevaar, of zie je direct al dat er iets mis is, waarschuw dan meteen de reddingsbrigade. Is een post van de reddingsbrigade niet heel dichtbij, twijfel dan niet een bel 112. Vermeld exact waar je staat. Meestal zijn er wel palen te zien op het strand die je kunt herkennen, het nummer van de strandslag (doorgang van de duinen naar het strand), of naam van dichtstbijzijnde strandtent. Via de alarmcentrale 112 wordt de reddingsbrigade gealarmeerd. Blijf op de plek staan waar je de persoon hebt gezien die in de Noordzee in gevaar is, om de hulpdienst direct de juiste kant op te sturen.

Strandvlaggen


Reacties