Azijnfabriek
Een beetje verstopt in een Middelburgs straatje staat het sierlijkste fabrieksgebouw dat Zeeland kent: de voormalige azijnfabriek van de firma A.A. Mes. Het gebouw staat in de Pijpstraat en valt daar meteen op door de voorgevel die rijk is aan jugendstil elementen. Het gebouw werd in 1900 opgetrokken, nadat een brand de fabriek die hier eerst stond, had verwoest.
Boven het raam prijkt een natuurstenen tableau met de naam van de fabriek: ‘Dit is de Arabier’. Daarin is ook een Arabier te paard afgebeeld. Deze voorstelling kwam eveneens terug in het beeldmerk van de firma. Volgens de zoon van fabrikant Mes had zijn vader het idee voor het beeldmerk opgedaan van Portugese koloniale postzegels uit die tijd. Het beeldmerk was ook te vinden op het brandstempel, waarmee het merk in de bodems van de vaten werd gebrand.
De firma Mes is ontstaan uit de firma Snijders & Zoon, handel in gedistilleerd, likeuren en wijnen, opgericht door Jan Anthony Snijders te Middelburg omstreeks 1825. Snijders & Zoon moet ook goed bekend gestaan hebben, want uit briefhoofden is af te leiden dat het bedrijf diverse prijzen behaalde voor zijn producten o.a. in 1866 o.a. op de Algemene tentoonstelling van Nederlandse nijverheid en kunst te Amsterdam.
In 1875 nam Anthony Adriaan Mes Gomaruszoon deze zaak over. Hij kocht toen van Johannes Hendrik Snijders de slijterij aan de Dam Zuidzijde G 29 en vier jaar later een pand aan de Pijpstraat, waarin hij azijnfabriek ‘De Pijp’ vestigde. Mes was nogal zuinig ingesteld want in het eerste jaar gebruikte hij doodleuk de voorgedrukte facturen van Snijders & Zoon, streepte diens naam door en schreef A.A. Mes Gz. erboven. Op deze facturen van Snijders werd zijn zaak, en ook die van zijn opvolger Mes mogen we aannemen, omschreven als ‘branderij, likeurstokerij, fabriek van bessenwijn en bitters, handel in binnen- en buitenlandse gedistilleerd, Curaçao limoensap, wijnen, wijnazijn en minerale wateren’. Al deze dranken werden verkocht in de slijterij op de Dam. Deze moeten wel van uitzonderlijke kwaliteit zijn geweest want op 28 februari 1881 kreeg A.A. Mes Gz. het brevet Hofleverancier van koning Willem III en koningin Emma. In een reclamebrochure uit 1895, wordt zijn slijterij beschreven als een der oudste en een der voornaamste van Middelburg: ‘het ligt niet op onzen weg om de verschillende wijnsoorten te noemen die in hare onderscheidene kelders liggen; die opsomming heeft weinig belang omdat men in het ’t kort zeggen kan dat wat men verlangt daar te krijgen is (…) Ook is de firma fabrikant van bitters, van zeer gunstig bekend troebelpons (punch), waarvoor zij een bijzonder goed recept heeft, en van fijne limonades en bessenwijn’.
Mes is vooral bekend geworden door zijn advocaat van het merk ‘De Drie Advokaten’. Hiermee won de firma in 1894 op een tentoonstelling in Amsterdam een gouden medaille en ruim tien jaar later leverde de eerste deelname aan een Wereldtentoonstelling meteen twee gouden medailles op. Het recept en de firma Mes zijn in 1956 door de toenmalige eigenaar J. Lambermont verkocht aan de firma Coebergh. Het einde van de azijnfabriek naderde toen synthetisch azijnzuur in flesjes op de markt kwam. Dit kon 80 keer verdund worden. Hoewel de echte wijnazijn uit de vaten van Mes beter van kwaliteit en smaak was kon hij op den duur door de hoge verzendingskosten van zijn vaten niet meer concurreren met de fabrikanten die voor veel lagere prijzen azijn in flesjes op de markt brachten.
In de azijnfabriek aan de Pijpstraat 23 kwam na sluiting een limonadefabriek, gevolgd door een computerfirma en tegenwoordig huist er een schilder. Het pand, nog voorzien van de opschriften Azijnfabriek A.A. Mes Gz en het oude wijknummer N 213, werd gebouwd in 1900 ter vervanging van de oorspronkelijk azijnfabriek ‘De Pijp’, die op 10 januari 1900 geheel afbrandde. Het azijnfabriekje is een gaaf voorbeeld van de Jugendstil met veel ronde vormen, geglazuurde stenen en bloemmotieven, een stijl waarvan in Middelburg maar weinig gebouwen bewaard zijn gebleven. Het pand wordt in de volksmond ook wel ‘de Arabier’ genoemd, naar de beeltenis van de ruiter op de gevelsteen. Mes had die ontleend aan de Portugese koloniale postzegels uit die tijd. Deze afbeelding diende als voorbeeld voor het roodkoperen brandstempel dat in de bodem van de azijnvaten van Mes werd gebrand.
Het archief van de firma A.A. Mes Gz. is niet bewaard gebleven, maar het Zeeuws Archief beschikt wel over het beeldmerk van zijn eerste azijnfabriek De Pijp, in 1881ingeschreven bij de Arrondissementsrechtbank te Middelburg. Verder vindt men in de Staatscourant van 1 maart 1895 de beschrijving van het advocaatbeeldmerk van de drie advocaten en zijn er nog veel advertenties over het bedrijf te vinden in kranten, adresboekjes van Middelburg en toeristische gidsen over deze stad. De gemeenteverslagen van Middelburg vermelden jaarlijks enkele bijzonderheden over het verloop van de productie en uitbreidingen van de fabriek. Daarnaast treft men in het archief van het bestuur der Godshuizen te Middelburg (eigenaar van een ziekenhuis, weeshuizen en een oude mannen- en vrouwenhuis) zeer veel nota’s aan voor de leveringen van de firma Mes, veelal schitterend geïllustreerd en voorzien van Koninklijke wapens, refererend aan het verleende brevet Hofleverancier. Zo kan men ondanks het ontbreken van een bedrijfsarchief nog aardig wat informatie in woord en beeld verkrijgen over dit opmerkelijk bedrijf.
De firma Mes is ontstaan uit de firma Snijders & Zoon, handel in gedistilleerd, likeuren en wijnen, opgericht door Jan Anthony Snijders te Middelburg omstreeks 1825. Snijders & Zoon moet ook goed bekend gestaan hebben, want uit briefhoofden is af te leiden dat het bedrijf diverse prijzen behaalde voor zijn producten o.a. in 1866 o.a. op de Algemene tentoonstelling van Nederlandse nijverheid en kunst te Amsterdam.
In 1875 nam Anthony Adriaan Mes Gomaruszoon deze zaak over. Hij kocht toen van Johannes Hendrik Snijders de slijterij aan de Dam Zuidzijde G 29 en vier jaar later een pand aan de Pijpstraat, waarin hij azijnfabriek ‘De Pijp’ vestigde. Mes was nogal zuinig ingesteld want in het eerste jaar gebruikte hij doodleuk de voorgedrukte facturen van Snijders & Zoon, streepte diens naam door en schreef A.A. Mes Gz. erboven. Op deze facturen van Snijders werd zijn zaak, en ook die van zijn opvolger Mes mogen we aannemen, omschreven als ‘branderij, likeurstokerij, fabriek van bessenwijn en bitters, handel in binnen- en buitenlandse gedistilleerd, Curaçao limoensap, wijnen, wijnazijn en minerale wateren’. Al deze dranken werden verkocht in de slijterij op de Dam. Deze moeten wel van uitzonderlijke kwaliteit zijn geweest want op 28 februari 1881 kreeg A.A. Mes Gz. het brevet Hofleverancier van koning Willem III en koningin Emma. In een reclamebrochure uit 1895, wordt zijn slijterij beschreven als een der oudste en een der voornaamste van Middelburg: ‘het ligt niet op onzen weg om de verschillende wijnsoorten te noemen die in hare onderscheidene kelders liggen; die opsomming heeft weinig belang omdat men in het ’t kort zeggen kan dat wat men verlangt daar te krijgen is (…) Ook is de firma fabrikant van bitters, van zeer gunstig bekend troebelpons (punch), waarvoor zij een bijzonder goed recept heeft, en van fijne limonades en bessenwijn’.
Mes is vooral bekend geworden door zijn advocaat van het merk ‘De Drie Advokaten’. Hiermee won de firma in 1894 op een tentoonstelling in Amsterdam een gouden medaille en ruim tien jaar later leverde de eerste deelname aan een Wereldtentoonstelling meteen twee gouden medailles op. Het recept en de firma Mes zijn in 1956 door de toenmalige eigenaar J. Lambermont verkocht aan de firma Coebergh. Het einde van de azijnfabriek naderde toen synthetisch azijnzuur in flesjes op de markt kwam. Dit kon 80 keer verdund worden. Hoewel de echte wijnazijn uit de vaten van Mes beter van kwaliteit en smaak was kon hij op den duur door de hoge verzendingskosten van zijn vaten niet meer concurreren met de fabrikanten die voor veel lagere prijzen azijn in flesjes op de markt brachten.
In de azijnfabriek aan de Pijpstraat 23 kwam na sluiting een limonadefabriek, gevolgd door een computerfirma en tegenwoordig huist er een schilder. Het pand, nog voorzien van de opschriften Azijnfabriek A.A. Mes Gz en het oude wijknummer N 213, werd gebouwd in 1900 ter vervanging van de oorspronkelijk azijnfabriek ‘De Pijp’, die op 10 januari 1900 geheel afbrandde. Het azijnfabriekje is een gaaf voorbeeld van de Jugendstil met veel ronde vormen, geglazuurde stenen en bloemmotieven, een stijl waarvan in Middelburg maar weinig gebouwen bewaard zijn gebleven. Het pand wordt in de volksmond ook wel ‘de Arabier’ genoemd, naar de beeltenis van de ruiter op de gevelsteen. Mes had die ontleend aan de Portugese koloniale postzegels uit die tijd. Deze afbeelding diende als voorbeeld voor het roodkoperen brandstempel dat in de bodem van de azijnvaten van Mes werd gebrand.
Het archief van de firma A.A. Mes Gz. is niet bewaard gebleven, maar het Zeeuws Archief beschikt wel over het beeldmerk van zijn eerste azijnfabriek De Pijp, in 1881ingeschreven bij de Arrondissementsrechtbank te Middelburg. Verder vindt men in de Staatscourant van 1 maart 1895 de beschrijving van het advocaatbeeldmerk van de drie advocaten en zijn er nog veel advertenties over het bedrijf te vinden in kranten, adresboekjes van Middelburg en toeristische gidsen over deze stad. De gemeenteverslagen van Middelburg vermelden jaarlijks enkele bijzonderheden over het verloop van de productie en uitbreidingen van de fabriek. Daarnaast treft men in het archief van het bestuur der Godshuizen te Middelburg (eigenaar van een ziekenhuis, weeshuizen en een oude mannen- en vrouwenhuis) zeer veel nota’s aan voor de leveringen van de firma Mes, veelal schitterend geïllustreerd en voorzien van Koninklijke wapens, refererend aan het verleende brevet Hofleverancier. Zo kan men ondanks het ontbreken van een bedrijfsarchief nog aardig wat informatie in woord en beeld verkrijgen over dit opmerkelijk bedrijf.
Reacties
Een reactie posten