Vlaggenetiquette en vaaretiquette

Bij jachtetiquette hoort een goede vlagvoering. Tegenwoordig worden vlaggen nog zelden gebruikt als communicatiemiddel, behalve wellicht bij de marine en bij zeilwedstrijden. Op onze jachten voeren we wel een natievlag, wimpels, beleefdheidsvlaggen en in een enkel geval een seinvlag. Volgens de jachtetiquette moeten deze vlaggen en wimpels schoon zijn, de juiste kleuren hebben en op de juiste plaats gevoerd worden. Ook mogen ze niet gerafeld zijn.


Een natievlag voert u op of nabij de achtersteven. Het liefst op een stok in de kiellijn van het jacht, maar als dat niet kan, aan stuurboord. In principe mag de natievlag nooit aan het achterstag gevoerd worden. De boot voert de vlag van het land van de eigenaar van het jacht en niet die van de schipper. De grootte van de vlag moet kloppen met de maat van uw jacht. Hij mag niet op het dek dweilen en zeker niet met een punt in het water hangen. Natievlaggen voert u van zonsopgang tot zonsondergang. Laat u daarna uw vlag nog op uw boot hangen, dan vlagt u voor de hoeren , zoals mijn vader altijd zei.
Ook beleefdheidsvlaggen en natievlaggen van het land dat u bezoekt en horen na zonsondergang gestreken te worden. Als u ’s nachts op zee doorvaart, mag de vlag echter blijven staan.

Beleefdheidsvlaggen en seinvlaggen hangt u in het stuurboordwant. De meest voorkomende seinvlaggen zijn de letter N, bijvoorbeeld als u in het Kieler kanaal vaart, en de letter Q als u een vreemd in niet Europees land binnenvaart. De letter A voert u als u een duiker onder water hebt. Voor de rest gebruiken we de seinvlaggen nauwelijks meer.

Verenigingsvlaggen hangt u strikt genomen op een vlaggenstok bovenin de mast, maar als u daarvoor geen voorziening hebt, mag u deze in het bakboordswant voeren. U voert in principe maar ÈÈn clubvlag tegelijkertijd, ook al bent u van meerdere clubs lid. Als u deelneemt aan een verenigingsevenement, voert u de wimpel van die vereniging. Ook deze wimpel mag niet gerafeld zijn. Vervang gerafelde exemplaren voor het seizoen begint.

Geus : een kleine provinciale-, stedelijke-, of persoonlijke herkomstvlag: op de voorsteven

Vaar etiquette


1.Huurboten
Als je over het water kijkt, herken je de huurboten vaak aan buitenboord hangende stootboeien, krassen op de boot en vaak een ontbrekende vlag. De stootboeien hangen buitenboord om bij het varen schade aan de boot te voorkomen. Ook zie je dat de lijnen niet netjes opgerold liggen en dat de boot niet netjes opgeruimd is.
 
2. Zwaaien
Op het water gaat het er heel gemoedelijk aan toe. Telkens als je een boot passeert, groeten de schippers naar elkaar door een hand op te steken.

3. Vissers
Houd rekening met vissers en geef hen ook de gelegenheid rustig te kunnen vissen. In het visseizoen gooien heel veel vissers hun hengeltje uit aan de kant van het water. Vaar ruim om een dobber heen en voorkom dat je over een vislijn vaart of dat je hoge golven veroorzaakt met je boot en daarmee de vissen verjaagt.

4. Te hard varen
In de watersport heeft men respect voor de natuur. Op de meren varieert de snelheid tussen de 6 en 12 km. Houd je aan die snelheid, omdat de kades en de beschoeiing onder de hoge hekgolven, die je boot veroorzaken, te lijden hebben. Het gaat om de veiligheid van jezelf en van anderen. Bedenk dat je ook niet snel kunt remmen op water. En de waterpolitie doemt uit het niets op om je meteen te bekeuren.

Let op: Vooral kanovaarders hebben de grootste moeite om niet om te slaan door de grote hekgolven die sommige motorboten veroorzaken.

5. Bruggen
Een schipper moet op tijd de medepassagiers waarschuwen dat ze bij een brug moeten bukken, als ze klein genoeg zijn om eronder door te varen. Een brug geeft echt niet mee en het kan hard aankomen. En vergeet niet de vlag er bij een lage brug af te halen en er daarna weer op te zetten.

6. Sluizen
Dagjesmensen zoeken vaak een terras bij een sluis op, omdat in een sluis nogal eens iets te doen is. Bij grote sluizen is een sluiswachter aanwezig om alles in goede banen te leiden. Beroepsvaart gaat voor, daarna vaart de langst wachtende rustig de sluis in. Soms kan er nog een kleiner bootje tussen worden gepropt. Kruip niet voor, maar wacht je beurt rustig af.

Extra etiquettetips:
Hang je stootboeien uit om schade met andere boten te voorkomen.
Leg je boot vooral niet vast aan de kade. Als het water in een sluis zakt, hangt je boot aan de kade en levert dat grote hilariteit aan de kant op. Sla je lijn om een bolder en laat het vieren naarmate het water zakt of stijgt.
Zet je motor uit en laat deze niet draaien in de sluis, omdat anderen behoorlijk last hebben van je uitlaatgassen.

7. Honden op het water
Veel honden vinden het prachtig als ze met de baas mee mogen varen. Maar:
Houd honden onder controle en laat ze niet reageren op andere honden op een boot.
Zorg voor voldoende schaduw voor je hond en laat de hond regelmatig vers water drinken.
Ruim de uitwerpselen van je hond in de haven op of waar je aanlegt.
Houd de hond aangelijnd als je van boord gaat.

8. Aanleggen bij een terras
Vaar rustig naar de kade en laat een medepassagier klaar staan met een lijn. Pas op dat de medepassagier bij het afstappen niet tussen de wal en het schip raakt.
Leg de boot netjes aan, zodat anderen ook nog van de aanlegplek gebruik kunnen maken.
Als de aanlegplek vol is, mag je aan een andere boot vastleggen, mits de doorvaart hiermee niet belemmerd wordt.
Maak de stootboeien zodanig vast dat de boten niet langs elkaar heen kunnen schuren en daardoor beschadigen.
Leg de lijnen vast aan een reling of aan een kikker op de andere boot.
Stap niet in andermans boot op de kussens of op hun tafel. En ga ook niet met vuile schoenen in andermans boot.
Ruim je boot netjes op als je de boot verlaat. Gooi het afval in de afval bakken en rol de lijnen op.

9. Drankgebruik en ander overlast
Net als in het verkeer moet ook een schipper zich houden aan het wettelijk maximaal toegestane alcoholgebruik. De schipper kan dus niet gezellig meedrinken.

Voorkom dat medepassagiers dronken worden en anderen overlast bezorgen door geschreeuw, gelal, roepen naar andere boten en te harde muziek.

10. En verder

Duw de boot nooit van de kant af met je handen, maar neem een stok om af te duwen. Er zijn al heel wat mensen met hun vingers klem komen te zitten.

In een haven kun je overnachten. Houd rekening met je buren.

Ook zwemmers zoeken verkoeling in het water. Let daarom goed op zwemmers in het water. Je ziet alleen maar een kopje en als je niet oplet, kun je gemakkelijk over ze heen varen. Vaar er met een grote boog omheen.


Reacties