Lichtschepen


NEDERLANDSE LICHTSCHEPEN.

Voor de Nederlandse kust lagen op de volgende posities lichtschepen:





1. Doggersbank-Noord.
2. Doggersbank-Zuid.
3. Terschellingerbank.
4. Texel/Noorderhaaks.



5. Maas.
6. Goeree.
7. Schouwenbank.
8. Noord-Hinder.
Voor de kust van België lag de West-Hinder.

Een lichtschip is een op een vaste positie in zee verankerd schip, dat deel uitmaakt van de primaire kustverlichting. Deze werden geplaatst bij verraderlijke ondiepten in zee waar de bouw van een vuurtoren niet mogelijk was. Het plaatsen hiervan was ten behoeve van veilige navigatie van de scheepvaart. Het lichtschip is uitgerust met een lichttoren met sterke lichtinstallatie zomede een radiobaken.
Lichtschepen zijn opvallend door kleur en type, ze zijn fel rood geschilderd, met in de zijden een breed wit vlak, waarop in zwarte letters de naam van het lichtschip is geschilderd.



Voorts vallen op: de hoge masten welke de antenne van het radiobaken dragen, en de lichttoren of het lichthuis.
De naam van het lichtschip wordt dikwijls ontleend aan de zandbank (ondiepte), die erdoor gedekt wordt, bijvoorbeeld 'Noord-Hinder';
tevens worden lichtschepen als aanlooppunt voor een haven of rivier gebruikt, bijvoorbeeld
'Elbe I' in de monding van de Elbe.


Uiteraard vereist de verankering de nodige zorg, omdat, de positie van het lichtschip in de zeekaarten staat aangegeven, en het schip zodoende nauwkeurig op zijn voorgeschreven plaats moet blijven liggen.


Als anker wordt een zogenaamd paraplu- of paddenstoelanker gebruikt; de ankerketting is een zware damloze rijketting. De ankerpositie wordt voortdurend gecontroleerd door peilingen van twee in de nabijheid liggende tonnen: de waaktonnen.



Buiten het sterke lichtsignaal en het radiobaken zijn de lichtschepen met misthoorns uitgerust.
De meeste van de lichtschepen hebben geen eigen motor voor de voortstuwing en worden dus met behulp van sleepboten naar hun positie vervoerd.
Lichtschepen kunnen zowel bemand als onbemand zijn.
De bemanning had als taak vooral het onderhoud aan de lichtinstallatie en het schip. verder hadden zij neventaken zoal het meten van windsnelheden, meteorologische waarnemingen, golfhoogte metingen, controle op vervuiling van de zee en het uit laten gaan van stormwaarschuwingen.
Ook vogelwaarnemingen hebben interessante gegevens opgeleverd.
De lichtschepen voor de Nederlandse kust bleven tot de jaren 80 van de vorige eeuw bemand. In die jaren werden de lichtschepen allemaal geautomatiseerd, enerzijds uit bezuinigingsoverwegingen, anderzijds doordat computers in combinatie met het gps-systeem het werk overnamen. Ze werden ook vervangen door een permanente grote lichtboei. Het lichtschip Goeree werd in 1971 vervangen door een geautomatiseerd lichtplatform.



Reacties