Het anker
Het scheepsanker is het symbool van de scheepvaart, maar vooral dat van de Nederlandse Koopvaardij.
Op de schacht van het anker is een bloem . de margriet, afgebeeld.
Deze bloem symboliseert de naam van H.K.H prinses Margriet.
Bij haar geboorte, in Canada, werd zij het petekind van de Nederlandse koopvaardij.
Dit embleem werd door koopvaardij officieren in opleiding op hun uniformpet gedragen wanneer zij nog niet voor een bepaalde scheepvaartmaatschappij hadden gekozen, waar zij in dienst zouden treden na het beëindigen van hun opleiding aan de zeevaartschool
In oude tijden was een anker dikwijls slechts een grote steen, een zak of mand met stenen, een zak zand of, bij de Egyptenaren, een verzwaarde boomstronk. Ze hielden het schip op hun plaats op het gewicht. Een belangrijke overgang was die naar het driehoekig anker. Door de vorm kon het blijven haken achter rotsblokken, waardoor het een betere houdkracht had, ondanks het lagere gewicht.
De volgende belangrijke overgang was het gebruik van een stok. In eerste instantie gebruikt bij houten ankers, zorgde een stenen en later loden stok dat het anker gedwongen werd zich te richten, zodat één van de twee kanten zich in kon graven. Dat laatste type wordt beschouwd als metalen anker, hoewel het deels uit hout bestond. De Grieken waren de eersten waarvan bekend is dat ze metalen ankers gebruikten; de Romeinen gebruikten ijzeren ankers die verrassend veel lijken op de modernere stokankers, hoewel nog uitgerust met rechte armen.
In 1813 werden ankers met gebogen armen geïntroduceerd en vanaf 1852 werd bij de Britse Royal Navy het Admiralty Anchor gebruikt, dit is de ankervorm die bij niet-zeelui het meest bekend is. In 1821 werd het stokloze anker uitgevonden. Door de vloeien, of armen, onder een kleine hoek scharnierend te maken, kon het zich ingraven zonder dat een stok nodig was. Dit maakte het gebruik van het anker veel eenvoudiger.
Door gebruik te maken van ketting in plaats van touw — met als vuistregel een lengte van minimaal driemaal de diepte van het water — kan gezorgd worden dat de trekkracht ter plaatse van het anker horizontaal gericht is. Bij een opwaarts gerichte kracht zullen de meeste ankers uit de bodem getrokken worden en hun houdkracht grotendeels verliezen. Van deze eigenschap wordt gebruikgemaakt bij het lichten van het anker.
Op de schacht van het anker is een bloem . de margriet, afgebeeld.
Deze bloem symboliseert de naam van H.K.H prinses Margriet.
Bij haar geboorte, in Canada, werd zij het petekind van de Nederlandse koopvaardij.
Dit embleem werd door koopvaardij officieren in opleiding op hun uniformpet gedragen wanneer zij nog niet voor een bepaalde scheepvaartmaatschappij hadden gekozen, waar zij in dienst zouden treden na het beëindigen van hun opleiding aan de zeevaartschool
In oude tijden was een anker dikwijls slechts een grote steen, een zak of mand met stenen, een zak zand of, bij de Egyptenaren, een verzwaarde boomstronk. Ze hielden het schip op hun plaats op het gewicht. Een belangrijke overgang was die naar het driehoekig anker. Door de vorm kon het blijven haken achter rotsblokken, waardoor het een betere houdkracht had, ondanks het lagere gewicht.
De volgende belangrijke overgang was het gebruik van een stok. In eerste instantie gebruikt bij houten ankers, zorgde een stenen en later loden stok dat het anker gedwongen werd zich te richten, zodat één van de twee kanten zich in kon graven. Dat laatste type wordt beschouwd als metalen anker, hoewel het deels uit hout bestond. De Grieken waren de eersten waarvan bekend is dat ze metalen ankers gebruikten; de Romeinen gebruikten ijzeren ankers die verrassend veel lijken op de modernere stokankers, hoewel nog uitgerust met rechte armen.
In 1813 werden ankers met gebogen armen geïntroduceerd en vanaf 1852 werd bij de Britse Royal Navy het Admiralty Anchor gebruikt, dit is de ankervorm die bij niet-zeelui het meest bekend is. In 1821 werd het stokloze anker uitgevonden. Door de vloeien, of armen, onder een kleine hoek scharnierend te maken, kon het zich ingraven zonder dat een stok nodig was. Dit maakte het gebruik van het anker veel eenvoudiger.
Door gebruik te maken van ketting in plaats van touw — met als vuistregel een lengte van minimaal driemaal de diepte van het water — kan gezorgd worden dat de trekkracht ter plaatse van het anker horizontaal gericht is. Bij een opwaarts gerichte kracht zullen de meeste ankers uit de bodem getrokken worden en hun houdkracht grotendeels verliezen. Van deze eigenschap wordt gebruikgemaakt bij het lichten van het anker.
Reacties
Een reactie posten