Verdrinking
Instinct -
instinctive drowning response
Iemand die
in het water ligt en dreigt te verdrinken neemt instinctief een bepaalde
houding aan. Het wordt the instinctive drowning response genoemd. Het lichaam
heeft vijf antwoorden op de dreigende verdrinkingsdood.
- Mensen die
verdrinken kunnen geen hulp roepen. Ze hebben alle lucht nodig voor de
ademhaling en het lichaam is zo ingesteld dat de ademhaling voorrang krijgt op
de spraak. Wie aan het verdrinken is heeft al gebrek aan zuurstof, zodat er al
helemaal geen zuurstof overblijft om te schreeuwen of om hulp te roepen. Bij
hoge uitzondering heeft iemand genoeg lucht om geluid te maken.
- Wie in het
water in nood verkeert zakt steeds weer onder water en als het hoofd bovenkomt
wordt de tijd gebruikt om snel uit en weer in te ademen. Er is dan geen tijd
meer over om ook nog te roepen.
- Een mens in
nood in het water kan niet zwaaien om hulp. Het lichaam dwingt de verdrinkende
persoon instinctief om de armen horizontaal te spreiden. De armen drukken als
het ware op het wateroppervlak om zo goed en zo kwaad als kan het hoofd boven
water te houden. Doel is om de mond uit het water te houden.
- Verdrinkende
mensen hebben geen controle over hun ledematen. Dat houdt is dat ze niet kunnen
stoppen met verdrinken, ook niet als er iets in de buurt drijft waar ze zich
aan vast zouden kunnen grijpen. De instinctieve respons zorgt ervoor dat de
armen horizontaal gaan. Ze kunnen dan ook geen aandacht trekken door te
zwaaien.
- Mensen die
aan het verdrinken zijn blijven verticaal in het water en kunnen niet
watertrappelen. Ze kunnen alleen maar worstelen en die worsteling duurt zonder
hulp van omstanders doorgaans niet langer dan 20 tot 60 seconden.
Waterstress
Iemand is
aan het verdrinken als er ademnood optreedt. Voordat het zover is gekomen heeft
de zwemmer al problemen in het water en voelt de zwemmer paniek. Voordat de
ademhalingsproblemen optreden kan de zwemmer in problemen wel om hulp
schreeuwen. Iemand die in het water ligt en om hulp schreeuwt heeft
waterstress. Het is te hopen dat er op dat moment iemand in de buurt is die hem
hoort, want snelheid is dan geboden. Als het druk is in het water, aan een druk
strand bijvoorbeeld, dan valt iemand in de problemen niet snel op. Iemand met
waterstress heeft nog een beetje tijd om zichzelf in veiligheid te brengen voor
de ademhalingsproblemen optreden.
De
waterstress vindt plaats voor het feitelijke verdrinken, maar komt niet bij
iedereen voor en duurt vaak ook niet lang genoeg om in een drukke omgeving echt
op te vallen. Deze mensen hebben nog enkele momenten om zichzelf in veiligheid
te brengen.
Verdrinken
gaat snel
In de film
lijkt het een dramatisch lang gerekte gebeurtenis met veel spattend water en
veel geschreeuw. In het echt is verdrinking vaak heel snel gebeurd. Zo kan het
in zee bij een druk strand gebeuren zonder dat de mensen op het strand het in
de gaten hebben.
Droevig
genoeg gebeurt verdrinking van kinderen vaak terwijl de ouders heel dichtbij
zijn. Het kan zelfs dat een ouder zijn kind ziet verdrinken maar niet ingrijpt
omdat hij niet weet wat hij ziet. Hij heeft niet door wat er werkelijk aan de
hand is.
Signalen
Heel in het
kort zijn er drie tekenen die wijzen op verdrinking:
- de armen
zijn gespreid
- de mond is
onder water
- de benen
worden niet gebruikt
Meer
tekenen die wijzen op verdrinking
- het hoofd
is laag in het water en de mond bevindt zich ter hoogte van het wateroppervlak
- het hoofd
van degene in het water leunt naar achter en de mond is open
- de ogen
staan afwezig en lijken niet te kijken of de ogen zijn dicht
- het haar
valt over voorhoofd en ogen
- degene in
het water hangt in verticale positie zonder de benen te gebruiken
- degene in
verdrinkingsnood gaat hyperventileren of naar adem happen
- iemand die
aan het verdrinken is probeert te zwemmen maar komt niet vooruit
- degene
probeert op de rug te rollen
- het lijkt
alsof degene een ladder beklimt
Drenkeling en
stilte
Als het om
spelen in het water gaat moet stilte opvallen. Vooral als het om kinderen gaat.
Spelende kinderen hoor je van verre en als het geluid verstomt betekent dat
doorgaans dat er iets niet in de haak is.
Als iemand
in het water is gevallen kan het niet gevaarlijk lijken en toch op een drama
uitdraaien. Een omstander kan bij twijfel het beste een vraag stellen aan de
drenkeling. Als er geen antwoord komt is er iets aan de hand. Dan kan de
omstander in actie komen. Bij een dreigende verdrinking telt elke seconde. Voor
een redding is er vaak minder dan een halve minuut over.
Waterrijk
land
In
Nederland verdrinken elk jaar zo’n 600 mensen. Meer dan het tienvoudige raakt
te water en in problemen en wordt gelukkig op tijd gered. Nederland is een waterrijk
land en in de buitenwateren zoals rivieren, meren en de Noordzee verdrinken de
meeste mensen. Van de 600 verdrinken ongeveer 7 in een zwembad. Daar zijn vaak
veel omstanders, die toch niet doorhebben dat er iets dramatisch misgaat onder
hun ogen.
Preventie
Het
allereerste dat van belang is in het waterrijke Nederland is preventie. Niet
alleen leren zwemmen, maar ook kinderen in de gaten houden en kinderen een
zwemvest laten dragen is belangrijk.
Primaire
verdrinking
Er zijn
verschillende oorzaken van verdrinking. In de eerste plaats is daar de primaire
verdrinking, die intreedt als een slachtoffer steeds weer kopje onder gaat en
uitgeput raakt of wanneer degene die te water is geraakt niet kan zwemmen en
zich niet drijvende weet te houden. Eerst probeert de drenkeling zijn mond
dicht te houden maar op een gegeven moment lukt dat niet meer. Als de
ademreflex het overneemt dan gaat de mond vanzelf open en krijgt de drenkeling
water binnen. Dat kan ook in de longen terechtkomen door het inademen van
water. De drenkeling raakt bewusteloos door zuurstoftekort omdat de normale
ademhaling uitblijft.
Secundaire
verdrinking
We spreken
van secundaire verdrinking als de drenkeling al bewusteloos te water is gegaan.
Het bewustzijnsverlies komt dan door iets anders dan het water.
Verdrinkingsdood
Iemand die
onder water is of iemand die de longen vol water heeft kan niet meer ademen.
Dan begint het proces van verdrinking. Dat proces duurt 3 tot 5 minuten, tot
aan het intreden van de dood.
Het
zuurstoftekort dat steeds groter wordt brengt schade toe aan de organen. De
drenkeling probeert eerst zo lang mogelijk zijn mond dicht te houden zodat hij
zo weinig mogelijk water binnenkrijgt.
Ademprikkel
De
ademprikkel is op een gegeven moment niet meer te onderdrukken en dan gaat de
mond toch open. Als dan toch water binnenkomt kan er kramp van de stembanden
optreden. Dat betekent dat er eerst geen water in de longen stroomt, maar het
betekent ook zuurstoftekort. De hersenen krijgen dan te weinig zuurstof en daar
wordt het slachtoffer heel erg onrustig van, voordat hij het bewustzijn
verliest. Dan ontspannen toch de stembanden en kan het water in de longen
stromen. Het kooldioxide gehalte in het lichaam stijgt en dat stimuleert de
ademprikkel. Het hart zal sneller gaan kloppen door het zuurstoftekort. Dan zal
de ademhaling stoppen. Het slachtoffer laat dan ook zijn urine lopen.
Schijndood
De
drenkeling is in het stadium van de schijndood als hij bewusteloos is, niet
meer ademhaalt en slap is.
Het duurt
dan 6 tot 7 minuten voor het slachtoffer klinisch dood is. Er kunnen
hartritmestoornissen optreden. Het hart stopt met kloppen en de circulatie in
het lichaam werkt niet meer. Als er in dit stadium niet wordt ingegrepen brengt
het tekort aan zuurstof schade toe. Lichaamscellen raken dan onherstelbaar
beschadigd.
Koudeshock
Als een
mens plotseling in ijskoud water valt, zal hij snakken naar lucht en daarna
gaan hyperventileren. Dat kan wel 5 minuten duren. De bloeddruk gaat razendsnel
omhoog en het hart gaat tekeer, gevolgd door hartritmestoornissen. Door de kou
en de shock die dat teweegbrengt kan het slachtoffer niet zwemmen en daardoor
verdrinkt hij.
Duikreflex
Jonge
kinderen kunnen een onderdompeling overleven omdat er een bijzondere reflex in
werking treedt, de duikreflex. De bloedvaten trekken dan samen waardoor de
bloeddruk stijgt. Tegelijkertijd gaat het hart langzamer kloppen. Hierdoor
wordt er minder zuurstof gebruikt waardoor het kind minder snel last heeft van
zuurstoftekort. De overlevingskans is daardoor groter.
Watertemperatuur
Als iemand
in koud water te water raakt zijn de kansen op overleven groter dan wanneer hij
wordt ondergedompeld in warm water. Koud water zorgt dat het lichaam trager
functioneert, het hart langzamer gaat kloppen en er daardoor een lager
zuurstofgebruik is. Zuurstoftekort wordt daardoor uitgesteld. Ook bij
onderkoeling is de overlevingskans groter. Ook dan verbruikt het lichaam minder
zuurstof.
Droge
verdrinking
In zoet
water kan iemand verdrinken zonder dat er water in de longen is gekomen. Dit
wordt droge verdrinking genoemd. Het binnendringende zoete water laat de
stembanden verkrampen die de luchtpijp afsluiten. Het water komt in de maag
terecht, maar het slachtoffer krijgt geen zuurstof omdat de luchtpijp dicht
zit. Als de stembanden uiteindelijk toch ontspannen komt er alsnog water in de
longen. Zoet water gaat van de longen naar het bloed, waardoor de bloedvaten
meer te verstouwen krijgen. De rode bloedlichaampjes gaan kapot van water,
waardoor er verschillende stoffen vrijkomen in het bloed. Een van die stoffen
is kalium dat hartritmestoornissen veroorzaakt. Dit is een heel snel proces en
de dood zal snel intreden.
Verdrinking
in zout water
Verdrinking
in zout water gaat anders dan in zoet water. Het zoute water dat naar
binnenstroomt trekt vocht uit de bloedvaten naar de longen. Het bloedvolume
neemt daardoor af waardoor er een hypovolemische shock ontstaat, een shock door
verminderd bloedvolume. De shock wordt steeds sterker, het hart gaat sneller
kloppen en zal van uitputting stoppen.
Eerste hulp
Goede
eerste hulp is essentieel om de overlevingskansen van de drenkeling te
vergroten.
Een
onderkoelde drenkeling moet perse horizontaal en voorzichtig uit het water
worden gehaald. Er moet worden voorkomen dat het afgekoelde bloed verder in het
lichaam verspreidt. Dat kan hartritmestoornissen veroorzaken. Er moet wel gelet
worden op wat de prioriteit heeft. Als de drenkeling bewusteloos is gaat
beademen voor en komt horizontale redding op de tweede plaats.
Reddingscollaps
Het kan
gebeuren dat de drenkeling bij bewustzijn is en bij het zien van zijn redders
wegzakt. Dat wordt een reddingscollaps genoemd. Dat komt door het wegvallen van
de adrenaline-spiegel, waardoor de bloeddruk verlaagt en de drenkeling het
bewustzijn verliest. Dit is een gevaarlijk moment en de geredde drenkeling kan
dan alsnog uit het leven glijden.
Complicaties
Iemand die
slachtoffer is geweest van een verdrinking die goed lijkt te zijn afgelopen
moet daarna door een arts worden gezien. Als er water in de longen terecht is
gekomen kunnen er in de eerste uren en zelfs dagen nog gevaarlijke en zelfs
levensgevaarlijke complicaties optreden.
Late
verdrinking
Een
slachtoffer die gered lijkt kan last krijgen van levensbedreigende complicatie
doordat de longblaasjes irriteren en ontstoken raken. Dit heeft een
kettingreactie tot gevolg waarna het slachtoffer erg benauwd kan worden en
wittig of rozig schuim ophoest. Het wordt secondary drowning of late
verdrinking genoemd.
Verslikkingslongontsteking
Het geredde
slachtoffer kan ook ernstige complicaties krijgen door een bacteriële
ontsteking door het water dat in de longen is gekomen.
Ontregeling van organen
De
bijna-verdrinking kan ernstige gevolgen hebben vanwege het zuurstoftekort dat
schade heeft toegebracht. Door het zuurstoftekort komen er giftige stoffen vrij
uit weefsels en organen en die kunnen in de bloedbaan komen. De giftige stoffen
kunnen de nieren beschadigen of hersenoedeem veroorzaken. Door deze
complicaties kan er opnieuw zuurstoftekort ontstaan dat weer
hartritmestoornissen veroorzaakt.
Belangrijkste verschillen tussen lichte en ernstige onderkoeling- Mensen die verdrinken kunnen geen hulp roepen. Ze hebben alle lucht nodig voor de ademhaling en het lichaam is zo ingesteld dat de ademhaling voorrang krijgt op de spraak. Wie aan het verdrinken is heeft al gebrek aan zuurstof, zodat er al helemaal geen zuurstof overblijft om te schreeuwen of om hulp te roepen. Bij hoge uitzondering heeft iemand genoeg lucht om geluid te maken.
- Wie in het water in nood verkeert zakt steeds weer onder water en als het hoofd bovenkomt wordt de tijd gebruikt om snel uit en weer in te ademen. Er is dan geen tijd meer over om ook nog te roepen.
- Een mens in nood in het water kan niet zwaaien om hulp. Het lichaam dwingt de verdrinkende persoon instinctief om de armen horizontaal te spreiden. De armen drukken als het ware op het wateroppervlak om zo goed en zo kwaad als kan het hoofd boven water te houden. Doel is om de mond uit het water te houden.
- Verdrinkende mensen hebben geen controle over hun ledematen. Dat houdt is dat ze niet kunnen stoppen met verdrinken, ook niet als er iets in de buurt drijft waar ze zich aan vast zouden kunnen grijpen. De instinctieve respons zorgt ervoor dat de armen horizontaal gaan. Ze kunnen dan ook geen aandacht trekken door te zwaaien.
- Mensen die aan het verdrinken zijn blijven verticaal in het water en kunnen niet watertrappelen. Ze kunnen alleen maar worstelen en die worsteling duurt zonder hulp van omstanders doorgaans niet langer dan 20 tot 60 seconden.
- de armen zijn gespreid
- de mond is onder water
- de benen worden niet gebruikt
- het hoofd is laag in het water en de mond bevindt zich ter hoogte van het wateroppervlak
- het hoofd van degene in het water leunt naar achter en de mond is open
- de ogen staan afwezig en lijken niet te kijken of de ogen zijn dicht
- het haar valt over voorhoofd en ogen
- degene in het water hangt in verticale positie zonder de benen te gebruiken
- degene in verdrinkingsnood gaat hyperventileren of naar adem happen
- iemand die aan het verdrinken is probeert te zwemmen maar komt niet vooruit
- degene probeert op de rug te rollen
- het lijkt alsof degene een ladder beklimt
- Iemand met een lichte onderkoeling rilt oncontroleerbaar. Iemand die ernstig onderkoeld is, stopt met rillen en klappertanden.
- Een licht onderkoeld slachtoffer kan moe en suf zijn. Bij een slachtoffer dat ernstig onderkoeld is daalt het bewustzijn.
- De ademhaling van een licht onderkoeld slachtoffer is meestal snel en oppervlakkig ademhaling en wordt steeds langzamer. Een ernstig onderkoeld slachtoffer wordt stijf en heeft verminderde reflexen.
- Vermoed je dat iemand ernstig onderkoeld is? Bel dan direct 112 of laat 112 bellen!
- Zorg er zowel bij lichte als ernstige onderkoeling met dekens en beschutting voor dat het slachtoffer niet verder afkoelt.
- Beperkt warmteverlies door het slachtoffer in dekens te wikkelen. Zorg dat ook het hoofd bedekt, maar laat mond, ogen en neus vrij. Pak armen en benen apart in om ze zo warm mogelijk te houden.
- Iemand die licht onderkoeld is, breng je naar een warmere omgeving. Iemand die ernstig onderkoeld is, kan je beter niet verplaatsen.
- Geef iemand die licht onderkoeld is iets warms te drinken, zoals thee, koffie of soep. Bij ernstige onderkoeling mag het slachtoffer juist niks eten of drinken.
Reacties
Een reactie posten